De schoonmaakbranche van objecten door een facilitaire bril

Na meerdere gesprekken met strategen uit de schoonmaakbranche wordt maar al te duidelijk dat deze branche schoon schip wil maken. Tarief druk en margedruk legt de manier van werken en organiseren onder de loep. De kwaliteit staat ter discussie en de onderlinge verhouding tussen beslissers komt onder druk te staan. Uiteindelijk krijgen de schoonmakers zelf de nobele, maar toch zeer zware, taak om steeds meer te doen in steeds minder tijd. En laten zij nu net de sluitpost op de balans zijn… Zo vraag ik mij af; wie maakt hier nu schoon schip?!
Een aantal cijfers
Een gemiddelde schoonmaakorganisatie kent een overhead van omme nabij 14% die ten laste gaat van een grofweg 20% brutomarge. De branche kampt in zijn geheel met een vergrijzende personeelspopulatie, gemiddeld is 50% van het personeel 50 jaar of ouder. Verzuimcijfers lopen in de 10%, bij 1000 medewerkers is dat al snel ruim 150.000 euro zonder werkgeverslasten en vervangingskosten. Een gemiddeld schoonmaakcontract van een gemiddeld object ligt op zo’n 4 miljoen euro omzet (kosten). En dit is waarom er zo’n nadruk wordt gelegd op de inzetbaarheid van medewerkers. Zeker in relatie tot stijgende productiviteitsnormen en hogere kwaliteitseisen.
Niet meer uitbesteden
Grote organisaties kiezen er steeds meer voor om schoonmaakdiensten in te besteden. CAO partijen dwingen af dat bij uitbesteding medewerkers mee over genomen worden naar de nieuwe organisatievorm, want mens volgt werk. Daardoor erft de nieuwe organisatie eigenlijk de oude met alle rechten en plichten. Maar wat we vergeten is dat het idee achter het uitbesteden is dat er nieuwe manieren van werken worden toegepast. Andere middelen maar vooral ook andere normen gaan gelden. En dan blijkt dat nieuwe wegen niet noodzakelijk een nieuw schoonmaakbedrijf betekent. Er is vaak onvoldoende zicht en geen effectieve begeleiding om de vakschoonmakers mee te nemen in de nieuwe manier van werken. Juist omdat dit discussies oplevert breken opdrachtgevers met het idee van uitbesteden om het vervolgens zelf weer te gaan proberen. De partij die erin slaagt om ook daadwerkelijk een cultuurverandering te laten slagen, slaagt ook in de uitdaging, ongeacht welke partij dat is.
Kosten doorslaggevend
Uiteindelijk blijft deze branche geteisterd door kostendruk. De grote vraag is hoe je van “meer doen met minder middelen” naar “beter presteren door anders werken” kunt bewegen. Jaarlijkse aanbestedingsrondes drukken vooralsnog voornamelijk op een vierkante meter prijs, vanuit het idee dat de uitwisselbaarheid van de dienst heel hoog is. En toch valt dit te betwijfelen. Hoe meer je je toelegt op één specifieke activiteit, hoe beter je erin wordt. Door beleving van de gebruiker te betrekken in de manier van schoonmaken wordt een toilet opeens een gastentoilet en de receptie een lobby. En dan gebeurt er ook daadwerkelijk iets anders. Je voegt iets wezenlijks toe in tijden dat fysieke ontmoetingsplekken zoveel belangrijker worden. Zeker in de zorg is er nog iets voor te zeggen dat schoonmaak een wezenlijk onderdeel is voor de gezondheid van de patiënt en bezoeker. Maar het blijft moeilijk om de vertaalslag te maken van een commodity naar een specialisatie. Een niet geleegde prullenbak staat symbool voor een klacht. En voor je het weet heeft de schoonmaker het gedaan. Niettemin blijft de vraag hoe je een schoon resultaat kunt opleveren. Want wanneer is iets schoon genoeg?
Innovatie en kennisexploitatie als enige weg
Slimme technieken zijn in staat om zwaar werk letterlijk uit handen te nemen. Zowel online interfaces als wel in het gebruik van machines en hardware. Neem nu een googleglass als voorbeeld waarmee je voor het oog lastig zichtbaar vuil kunt detecteren en daarmee een ruimte effectiever hygiënischer kunt schoonmaken. Deze ervaring en expertise is onontbeerlijk voor de branche en zal zich ongetwijfeld gaan terugbetalen. Het is in mijn ogen dan ook niet ondenkbaar dat de grotere facilitaire spelers op de Nederlandse markt zich gaan richten op het exploiteren van deze kennis. Bijvoorbeeld door zich te laten inhuren als consultancy partij om gastbeleving en hygiëne te combineren naar slimme concepten op maat voor de klant. Er is simpelweg behoefte aan. Alleen nu wordt er nog niet voor betaald door afnemers omdat zij glansrijke ideeën aangereikt krijgen bij de periodieke aanbestedingen. Tijd om kennis als product en concept op zich te vermarkten?
Vakschoonmakers als sleutel naar succes
Eerlijk is eerlijk. Het zijn de vakschoonmakers die het verschil maken. Iedere dag opnieuw. Die zelf best practices hebben over hoe ze de boel schoon moeten houden en maken. En dat vaak ook nog onderling prima afstemmen. Het zou in tijden van verhoogde druk niet misstaan om juist meer controle en regie aan de vakschoonmaker terug te geven. Minder controleren en meer vertrouwen. Natuurlijk stuur je op resultaat. Maar een beetje liefde voor de mensen die dit dag in dag uit realiseren, dat kan echt geen kwaad!
Sparren over hoe je in regie komt in kennisintensieve markten? Neem vrijblijvend contact met ons op via +31 (0) 85 5000 600 of info@adimon.nl